Project MIMIc: een project om de rol van media in het leven van jongens en meisjes anno 2020-2025 te begrijpen
ERC interview by Prof. Laura Vandenbosch
“Imiteren jongeren de levensstijlen die ze tegenkomen op sociale media en in entertainment fictie, en hoe gaan ze om met de alomtegenwoordigheid van smartphones in hun leven (nl., digitaal welzijn)?” is de kernvraag van het onderzoek uitgevoerd door het MIMIc team in België, Frankrijk en Slovenië.
Inhoudelijke analyses: Het onderzoeken van de inhoud van populaire media
In de eerste reeks studies hebben we de boodschappen onderzocht die in entertainmentmedia worden geportretteerd, met name in populaire muziek en in de posts op sociale media van beroemdheden en influencers. Nadat we 4117 songteksten van populaire muziek hadden onderzocht, ontdekten we dat populaire artiesten de neiging hebben om uit te pakken met hun luxueuze levensstijl, waarbij 46% van de songteksten verwijzingen naar dure auto’s bevatte. Daarnaast liet 24% van deze songteksten zien hoe hard de artiesten werken en daarom zulke dure goederen verdienen. Op sociale media ontdekten we, op basis van ons onderzoek van 1256 Instagram posts en 2936 Instagram verhalen, dat beroemdheden, influencers en atleten in 8% van hun posts/verhalen de politieke kwesties delen waar ze om geven. Bovendien portretteert meer dan de helft van hun content de (morele) waarden die deze bekende figuren belangrijk vinden in het leven. Deze waarden draaien vaak om de zorg voor en loyaliteit aan hun dierbaren, het behalen en tonen van hun vele successen en plezierige en leuke activiteiten. Deze studies waren een eerste stap in het begrijpen van welke boodschappen de rolmodellen van jongeren uitdragen via verschillende media.
Datadonatiestudies: Het onderzoeken van de socialemedia-inhoud gepost door adolescenten
In de tweede reeks studies vroegen we 507 Belgische, Franse en Sloveense adolescenten om hun eigen posts van op drie sociale mediaplatforms (Instagram, TikTok en Snapchat) met ons te delen. In de 2098 recente berichten, verhalen en ‘bio(grafieën)’ die door de deelnemers werden gedeeld, ontdekten we dat het verhaal van succes zich vaak manifesteerde via posts over hun uiterlijk - waarin ze ‘mooi zijn’ benadrukten - of via portretten van hun levensstijl, waarin ze hun leuke activiteiten benadrukten. Dergelijke boodschappen kwamen voor in 33% van hun profiel-/biofoto’s en in 58% van hun meest recente posts. Door deze ideaalbeelden te delen, portretteren jongeren (hun) leven als spannend en leuk. Daarnaast zagen we dat vier op de tien jongeren recentelijk geseksualiseerd beeldmateriaal hadden gepost, vooral met een geseksualiseerde (bv. uitdagende) gezichtsuitdrukking. Deze tendensen verschilden tussen de genders: meisjes toonden drie keer zoveel seksualisering op hun sociale media in vergelijking met jongens. Tot slot had de helft van zowel de jongens als de meisjes recentelijk foto’s op sociale media gepost waarin ze stereotype mannelijke of vrouwelijke poses aannamen. Deze ‘datadonatiestudies’ waren nodig om te ontrafelen hoe jongeren zichzelf afbeelden op hun sociale media.
Tijds-/longitudinale studies: Het onderzoeken van de lange termijn relaties tussen het mediagebruik van adolescenten en hun leven
In de derde reeks studies bevroegen we drie keer in één jaar 2721 adolescenten (607 in België, 868 in Frankrijk en 1246 in Slovenië) tussen 12 en 18 jaar om de lange termijn effecten van populaire muziekteksten, tv-programma’s en sociale media-inhoud op hun ontluikende identiteit te begrijpen. Door hun activiteiten een jaar lang te onderzoeken, kan dit onderzoek helpen om te begrijpen of jongeren de levensstijlen nabootsen die ze tegenkomen op deze verschillende entertainmentmedia. Een deel van de analyses voor deze onderzoeken is nog niet afgerond. Hieronder beschrijven we enkele beschikbare bevindingen.
In lijn met de bovengenoemde resultaten waaruit ‘succes’ en ‘het perfecte leven’ alomtegenwoordige thema’s bleken te zijn in de mediaberichten van zowel rolmodellen (bv. influencers, artiesten) als adolescenten, toonde een eerste studie aan dat adolescenten die sterk streven naar perfectie ook meer van dergelijke boodschappen zien online (d.w.z. sociale mediaposts van anderen die laten zien hoe perfect ze zijn) en vice versa, dat adolescenten die meer van dergelijke boodschappen zien ook adolescenten zijn die een druk ervaren om perfect te zijn. Ongeveer 40% van de adolescenten uit de drie landen gaf aan (zeer) vaak positieve sociale media-inhoud tegen te komen, zoals beelden van een perfect uiterlijk of een ideale levensstijl. Tegelijkertijd vonden we dat tot 61% van de adolescenten druk voelt om perfect te zijn in alles wat ze doen. Van deze groep gaf 38% aan deze druk te voelen vanwege de hoge verwachtingen die ze voelen vanuit hun omgeving, waaronder de maatschappij, leeftijdsgenoten en ouders.
Vervolgens toonde een tweede studie aan dat adolescenten die luisteren naar liedjes van artiesten die beweren dat hun succes te danken is aan hun harde werk, niet noodzakelijkerwijs zelf dergelijke overtuigingen overnemen of zich daartoe verhouden. Het lijkt erop dat alleen bepaalde groepen adolescenten deze succesovertuigingen die in muziek worden gepromoot, nadoen. Ter illustratie: terwijl 33% van de Belgische adolescenten gelooft dat hard werken belangrijk is om hun eigen doelen te bereiken, ziet slechts 2% het als iets wat belangrijk is om de prestaties of tegenslagen van anderen te verklaren. Toch zijn deze boodschappen vrij populair, aangezien 12% van de adolescenten favoriete liedjes heeft met teksten die gaan over hard werken als een manier om succesvol te zijn.
In een andere studie onderzochten we hoe influencers, beroemdheden en atleten op sociale media adolescenten kunnen inspireren om maatschappelijk betrokken burgers te worden door hun zelfvertrouwen om deel te nemen aan politieke en sociale doelen te vergroten. Voor veel adolescenten is politiek of sociaal actief zijn een ideaal geworden waarvan ze vinden dat ze ernaar moeten streven. Toch bleek uit onze analyse van 415 Franse adolescenten dat, hoewel 33% van de adolescenten zeer geïnteresseerd is in politiek, slechts 15% vertrouwen heeft in hun vermogen om politiek te participeren. We ontdekten ook dat een hogere aanwezigheid van politieke content op sociale media gedeeld door de favoriete rolmodellen van adolescenten geassocieerd was met een groter gevoel van empowerment om actieve burgers te worden. Dergelijke politieke betrokkenheid van hun rolmodellen blijft echter zeldzaam, aangezien 70% van de adolescenten aangaf dat hun favoriete persoon nooit of zelden maatschappelijke kwesties besprak.
Uit een vierde studie naar digitaal welzijn onder Sloveense jongeren bleek dat een op de drie jongeren denkt dat smartphonegebruik hun taakefficiëntie, productiviteit en academische prestaties vermindert. Een op de vier jongeren heeft het gevoel dat ze het emotioneel moeilijker hebben door hun smartphone te gebruiken en een op de zes jongeren denkt dat smartphonegebruik hun communicatie en relaties met vrienden verstoort. Uit een vijfde studie bleek dat 86% van de jongeren positieve ervaringen heeft met online communicatie en digitaal ‘floreert’, maar ze verschillen in hoe ze deze positieve ervaringen met online communicatie ontwikkelen. Eén groep jongeren (51%) ervaart een hoge mate van digitaal floreren en blijft dat ook na verloop van tijd. Een andere groep (49%) ervaart minder digitaal floreren en hun gevoel controle te hebben over hun online communicatie neemt af in de loop van de tijd. Jongeren die digitaal meer floreren hadden vaker digitaal vaardige ouders die ook vaker met hun kinderen praatten over de online inhouden die ze tegenkomen en in deze gesprekken rekening hielden met de mening van het kind.
Dagboekstudies: Het onderzoeken van de korte termijn relaties tussen het mediagebruik van adolescenten en hun leven
Tot slot werden er in oktober 2023 dagboekstudies (nl., dagelijkse vragenlijsten) georganiseerd om de dagelijkse interacties van adolescenten met sociale en entertainmentmedia beter te begrijpen. In deze studie volgden we 278 Belgische, 150 Franse en 344 Sloveense jongeren. De analyses zijn nog aan de gang.
Dit project wordt gefinancierd door de Europese Onderzoeksraad (ERC) in het kader van het onderzoeks- en innovatieprogramma Horizon 2020 van de Europese Unie (subsidieovereenkomst nr. 852317).